Alsof je zelf een klok bent

Meghan en Ilja komen binnen. Ze kennen elkaar niet. Meghan om 15.03 en Ilja om 15.42. Vandaag om 16:00 lopen ze van het uiterste puntje van perron 2  via de trappen naar beneden, langs de poortjes, de Broodzaak, de trappen op naar perron 1, naar onze ruimte.
Ze lopen in wat VOELT als een uur naar mij toe. Ik vraag ze altijd in beweging te blijven, niet terug te lopen en niet naar een klok te kijken. Op het moment dat ze gaan lopen wordt het drukker in de ruimte. 

Meghan en Ilja lopen…Het is super mooi om te zien. Op een plek waar normaliter veel gehaast is en beweging nemen zij de tijd. Bijzonder is dat heel weinig mensen lijkt op te vallen dat er twee mensen uitzonderlijk traag over het perron lopen. Anderen valt het wel op. Ze kijken, maar zeggen niets. Lachen. Of blijven in hun telefoon verwikkeld. Ze lopen door tot het eind van het perron waar een hekje staat. Ze kunnen niet meer verder.

Meghan: “Niemand zei iets. Er is een keer een kindje geweest die zei, waarom lopen die mensen zo langzaam?”
Ik voelde me alsof ik de tijd was. Voor mij is tijd iets dat er altijd is. Het voelt als iets dat stroomt, maar wat altijd op eenzelfde manier stroomt door en door. En dat was ik nu ook. Ik was op dezelfde manier aan het stromen. Ik voelde me de klok, maar dan in mijn beweging. Dat vond ik bijzonder om te ervaren. Er zaten geen stops in of echter veranderingen. Het was ook heel raar om daar opeens om te draaien bij de trap. Een kleine beweging, maar zó groot!” 

Ondertussen:

Een meisje en haar moeder hebben meisjesdag, zetten een stip op het canvas bij hun zomerboom en gaan naar de film. Ze beloven te laten weten hoe de film was. 
Walter, een kunstenaar die ik niet ken, vertelt me dat hij bezig is met Kairos en een iets aan het bouwen is waardoor mensen Chronos vergeten. Hij zit een beetje vast. Hij is verliefd op een van de strandhuisjes in de ruimte. We hebben een mooi gesprek. Hij is benieuwd naar de voorstelling. Nu ken ik Walter.
Een oudere man, ik gok uit Aruba, komt binnen en zegt: “Als ik terug ga naar mijn land wil ik zo’n huisje. Een veranda. En de radio aan.” Zijn vriend lacht. (Grappig dat mensen vaak teruggaan naar waar ze vandaag komen, denk ik)
Een ander meisje vraagt wat dit hier is. Ik zeg dat dit gaat over tijd. “Wat bedoel je?”, zegt ze. Ik zeg “Weet je dat soms de tijd heel langzaam kan gaan en soms heel snel? Bijvoorbeeld… als je op vakantie gaat. Dan heb je alle tijd van de wereld.” 
“Oja”, zegt ze, “Als je jarig bent gaat de tijd heel snel. En ook heel langzaam…” We lachen en ze zet een smiley op het canvas. Het canvas van Tilburg dat steeds rijker wordt met stippen. Ze legt haar naam in de houten letters op de grond.